Wie zomer zegt, zegt vakantie(werk)

De eerste 475 uren

Wat een student is, is niet wettelijk bepaald. Een student moet wel minstens 16 jaar oud zijn, of 15 jaar zijn én de eerste twee studiejaren van het middelbaar onderwijs gevolgd hebben. De regels gelden dus zowel voor jongeren uit het secundair als voor studenten die hoger onderwijs volgen. Om een student een studentenarbeidsovereenkomst aan te bieden, moet je wel weten of de student nog niet meer dan 475 uren heeft gewerkt.

De overheid geeft aan elk student elk kalenderjaar een pakket van 475 uur (het zogenaamde ‘contingent’). Die eerste 475 uur is vrijgesteld van bedrijfsvoorheffing. Je betaalt ook geen sociale bijdrage maar een solidariteitsbijdrage. Die bedraagt 8,14%. Daarvan wordt 5,43% door de werkgever gedragen en 2,71% door de student. Dat is veel goedkoper dan een gewone werknemer.

Meer informatie hierover vind je op de website van student@work. Op deze site voor jobstudenten van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid vind je ook een handige tool waarmee je kan nagaan of de student effectief onder de 475 uren zit. Het is belangrijk om dit als werkgever te weten omdat je anders geen gebruik kan maken van de solidariteitsbijdrage en de vrijstelling van de bedrijfsvoorheffing.

Een studentencontract

Als werkgever moet een je een arbeidsovereenkomst voor tewerkstelling van studenten afsluiten. Een studentencontract is altijd een overeenkomst van bepaalde duur voor maximum 12 maanden, die schriftelijk moet worden afgesloten ten laatste op het moment waarop de student in dienst treedt.

De volgende bepalingen moeten worden opgenomen in de overeenkomst:

de identiteit van beide partijen (naam, adres, enz. ...)
de datum van begin en einde tewerkstelling
de plaats van de uitvoering
beknopte beschrijving van functie en taken
het bevoegd paritaire comité
arbeidsduur
toepasselijkheid van de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon
het overeengekomen loon en de wijze van uitbetaling

Het loon van de student die je tewerkstelt wordt in principe bepaald door een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op het niveau van het paritaire comité waaronder jouw onderneming ressorteert. Als werkgever moet je hetzelfde loon betalen als dat van je andere werknemers met dezelfde functie.

Als er geen specifieke barema’s voorzien zijn binnen jouw paritaire comité, dan heeft de student recht op het « gemiddelde minimum maandinkomen » (GMMI). Dit interprofessionele minimumloon is verplicht vanaf het ogenblik dat de student is tewerkgesteld voor een periode van minstens één kalendermaand. Sinds 1 april 2022 bedraagt het GGMMI 1.842,28 EUR voor studenten vanaf 21 jaar. Voor studenten tussen de 16 en 21 jaar wordt er een percentage van het GGMMI gerekend, afhankelijk van de leeftijd van de student in kwestie.

Voor jongeren onder de 18 jaar moet er bijkomend rekening gehouden worden met de volgende zaken:

De arbeidstijd is gereglementeerd;
Ze mogen in principe niet langer dan 8 uur/dag en niet langer dan 38 uur per week werken;
Ze mogen in principe geen overuren presteren: overwerk is alleentoegelaten in een beperkt aantal gevallen en tot maximum 10 uur per dag en 50 uur per week;
Ze mogen niet langer dan 4,5 uur zonder onderbreking worden tewerkgesteld;
Tussen het einde van een werkdag en het herbeginnen van de volgende werkdag moet een ononderbroken periode van 12 uur rust zitten.

De eerste drie werkdagen van een student worden automatisch als proeftijd beschouwd. Tijdens die periode kunnen beide partijen de overeenkomst beëindigen zonder opzegging of vergoeding.

De opzeggingstermijn voor een studentencontract van maximum één maand bedraagt 3 dagen voor de werkgever of 1 dag voor de student. Gaat het om een contract van meer dan één maand, dan wordt dat respectievelijk 7 dagen voor de werkgever of 3 dagen voor de student.

In het studentencontract kan eventueel ook het arbeidsreglement opgenomen worden. Dat moet de student sowieso krijgen, net als de ‘gewone’ werknemers.

Meer informatie:

---

Photo by micheile dot com on Unsplash

Algemeen / Général