Apparaten die sterretjes, ‘sparks’ of vonkjes creëren zijn sinds enkele jaren vrij verkrijgbaar in de SFX of special effects wereld en alom bekend. Bij opmaak van een risicoanalyse voor shows waar dit soort vuurwerkeffect wordt gebruikt blijkt echter dat deze techniek van een nieuwe generatie is die niet correct kan worden thuisgebracht in de actuele classificatie van spektakelvuurwerk.
Laat ons eerst enkele basisbegrippen toelichten. Pyrotechnische artikelen bevatten explosieve stoffen die tot doel hebben warmte, licht, geluid, gas of rook, of een combinatie daarvan te produceren door zichzelf onderhoudende exotherme chemische reacties (bron: FOD Economie; reglementering pyrotechnische artikelen). Een zichzelf onderhoudende exotherme chemische reactie is exotherm, met andere woorden een proces waarbij energie vrijkomt die vervolgens wordt afgegeven aan de omgeving, of wanneer bindingen die tijdens de reactie worden verbroken meer energie bevatten dan de nieuwe bindingen die bij de reactie worden gevormd. Dit kan spontaan en gemakkelijk tot explosief verlopen, afhankelijk van het bevatte pyrotechnische sas (mengsel dat het ‘explosie-punt’ bepaalt, afhankelijk van de aard van de stof).
Wettelijk kader
KB 23 september 1958, Reglementering inzake springstoffen en feestvuurwerk
Klasse C – Groep b: feestvuurwerk
- vuurwerk van categorie 1 of F1, van categorie 2 of F2; en
- pyrotechnische artikelen voor theatergebruik van categorie T1 van de volgende generieke types: niet-elektrisch aangestoken Bengaals vuur en niet-elektrisch aangestoken rookgeneratoren
Klasse C – Groep a: spektakelvuurwerk en toebehoren hiervoor
- vuurwerk van categorie 3 of F3, van categorie 4 of F4
- pyrotechnische artikelen voor theatergebruik van categorie T2 alsook de pyrotechnische artikelen voor theatergebruik van categorie T1 die niet als feestvuurwerk (d.i. niet-elektrisch aangestoken) worden opgenomen
De categorie ‘feestvuurwerk’ omvat effecten geschikt voor gebruik door het grote publiek, zoals kleine vuurpijlen, knalerwten… zelfs Bengaals vuur, en is daarom vrij verkrijgbaar. Je hebt dus geen speciale kennis nodig om dit type vuurwerk aan te schaffen en te gebruiken.
Ook de toestellen die sparks of vonkjes genereren zijn vrij verkrijgbaar, zij het dat deze apparaten wel elektrisch worden aangestuurd waarbij de reactie in het toestel wordt gecreëerd door opwarming van een kleine hoeveelheid Titanium-poeder. Uiteraard moeten te allen tijde de voorgeschreven veiligheidsmaatregelen gerespecteerd worden, maar dit type toestel kan wel eenvoudig en veilig gebruikt worden aangezien dit effect koud is en er geen rook vrijkomt. Maar de toestellen worden wel electrisch aangestuurd …
En daar wringt het schoentje: onder welke categorie valt dit nu? Valt het te beschouwen als T1 gelet op de beperkte risico’s en eenvoudig (veilig) in gebruik? Of hoort het onder T1 ‘andere’ of T2 ‘spektakelvuurwerk’? Daar is geen eenduidigheid over!
Enkel een ‘persoon met gespecialiseerde kennis’ mag effecten van deze laatste categorie gebruiken. Dergelijke professionele gebruiker beschikt over de toestemming van een EU-lidstaat om op diens grondgebied vuurwerk van categorie 4 of F4, pyrotechnische artikelen voor theatergebruik van categorie T2 en/of andere pyrotechnische artikelen te hanteren en/of te gebruiken. Gespecialiseerde vuurwerkbedrijven hebben die toestemming uiteraard wel, maar het AV bedrijf dat de sparkulars aanstuurt meestal niet!
Deze vaagheid, die soms leidt tot onduidelijkheid bij organisatoren en lokale overheden, moet dus worden uitgeklaard en een verduidelijking of toevoeging in de wetgeving aangewezen. Het gaat – in termen van wetgeving – immers om een vrij recent SFX-product.
---
Foto: Andre Benz, Unsplash - https://unsplash.com/photos/Jb7TLs6fW_I