Opeenvolgende dagcontracten voor uitzendarbeid zijn arbeidsovereenkomsten bij eenzelfde bedrijf die een looptijd van 24 uur niet overschrijden en die elkaar onmiddellijk opvolgen of waar hooguit een feestdag of een weekend tussenzit, bijvoorbeeld een contract voor maandag en een tweede contract voor dinsdag, of een contract voor vrijdag en een tweede contract voor maandag (als er in het bedrijf niet gewerkt wordt in het weekend).
De Nationale Arbeidsraad (NAR) gaf als interprofessioneel paritair orgaan eerder al het advies aan de regering om de praktijk van opeenvolgende dagcontracten terug te schroeven. In sommige ondernemingen wordt het systeem immers oneigenlijk gebruikt om uitzendkrachten telkens hernieuwde dagcontracten te geven in plaats van een contract van langere duur.
Je mag slechts gebruik maken van dagcontracten die op elkaar aansluiten als je kan bewijzen dat die flexibiliteit echt nodig is. Je moet dus kunnen aantonen dat het werkvolume in je onderneming grotendeels afhangt van externe factoren, sterk schommelt (bijvoorbeeld catering), of dat de aard van het uit te voeren werk verantwoordt waarom gebruik wordt gemaakt van opeenvolgende dagcontracten voor uitzendarbeid. Als er geen geen gegronde en duidelijk aantoonbare reden voor is, mag je eenzelfde uitzendkracht geen opeenvolgende dagcontracten geven.
Voor alle duidelijkheid: contracten van payrollers waarin in één contract verschillende opeenvolgende dagen staan, zijn geen enkel probleem. Het gaat hier immers om contracten met een duurtijd van meerdere dagen. Dat is meteen ook de oplossing als je een uitzendkracht meerdere opeenvolgende dagen wil kunnen inzetten.
Om de flexibiliteit van het werken met dagcontracten te behouden maar misbruik van het systeem sterk af te remmen, werd door de NAR geadviseerd om ondernemingen die de regels rond opeenvolgende dagcontracten misbruiken financieel te sanctioneren. Zodra dit advies wordt omgezet in wetgeving, zullen bedrijven die onrechtmatig gebruik maken van opeenvolgende dagcontracten fikse boetes riskeren. De sanctie zou de vorm aannemen van een extra bijdrage te innen door de RSZ.
Per semester zou je recht hebben om eenzelfde uitzendkracht maximum 39 opeenvolgende dagcontracten te geven, mits je aan bovenvermelde voorwaarden voldoet. Indien je deze grens overschrijdt, riskeer je een progressieve boete per uitzendkracht die kan oplopen van 400 euro tot meer dan 4000 euro (bij meer dan 100 opeenvolgende dagcontracten). Slechts indien de nood aan flexibiliteit bewezen kan worden, bestaat de mogelijkheid het bedrag nadien terug te vorderen. De Commissie van Goede Diensten zal de RSZ adviseren over de al dan niet terugbetaling van de bijdrage.
De maatregel zou in werking moeten treden op 1 januari 2023. Voorlopig gaat het nog om een unaniem advies van de NAR, maar er wordt verwacht dat dit op korte termijn zal omgezet worden in wetgeving.
Het volledige advies van de NAR kan je hier nalezen.
---
Photo by Tandem X Visuals on Unsplash